In de loop der jaren breidde de stad zich snel uit rondom de Jagiellonski-universiteit (de oudste universiteit van Polen). In de 11e eeuw werd het de hoofdstad van Polen. Die status behield Krakau tot de 17e eeuw. In die tijd werden de Poolse koningen gekroond en begraven in de schitterende kathedraal op de Wawel-heuvel. Het nabijgelegen koninklijk paleis, waar de koningen woonden, is in de huidige staat vooral een renaissancistisch bouwwerk. Toch is het al ouder en zijn hier en daar nog Romaanse en Gotische invloeden te zien.
De stad wordt opgesierd door zestien prachtige kerken, die onderling verbonden worden door de ‘heiligenroute’. Deze route biedt bezoekers van Krakau de ideale gelegenheid om deze elegante stad te leren kennen en meer te weten te komen over de vele heiligen die ermee verbonden zijn. In tegenstelling tot Warschau bleef Krakau tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel ongeschonden. Hierdoor is een schat aan ware architectonische rijkdommen bewaard gebleven. De stad is dan ook door de UNESCO aangewezen als een van de belangrijkste historische steden ter wereld.
Het marktplein van de stad, dat qua omvang alleen overtroffen wordt door de Piazza San Marco in Venetië, vormt het middelpunt van het sociale leven in Krakau. Op en rondom het plein staan talloze cafés, bars en restaurants, waar voor elk wat wils te vinden is. Vlak bij het plein staat de lakenhal, een indrukwekkend gebouw dat de handelstraditie van Krakau symboliseert en tegenwoordig tot de nok toe gevuld is met alle mogelijke souvenirs.